Na 100 jaar op de Beukelsdijk te hebben gezeten zijn wij verhuisd naar het gezondheidscentrum aan de 1e Middellandstraat 105a.
Op de nieuwe locatie zitten wij in een gezondheidscentrum, samen met Huisartsenteam van der Poel (dat per 1 juli ook de praktijk van dokter Oudeman heeft overgenomen) en de fysiotherapeuten van Fysiotherapiepraktijk Heemraadssingel.
De nieuwe apotheek is geopend sinds 1 Oktober.

Wij hopen u snel te zien op onze nieuwe locatie.

Onderaan de pagina ziet u de routebeschrijving
Indien de afstand voor u een probleem vormt, schroom dan niet om ons te
bellen op 010 477 26 44, dan kunnen wij uw medicatie eventueel laten bezorgen.

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

benralizumab

Benralizumab verlaagt de hoeveelheid van sommige witte bloedcellen (eosinofielen) in het bloed. Hierdoor verminderen ontstekingen en astma-aanvallen.
Benralizumab is een biologisch medicijn (biological). Dit betekent dat het medicijn wordt gemaakt van eiwitten van levende cellen.

Artsen schrijven het voor bij ernstig astma.

Wat doet benralizumab en waarbij gebruik ik het?

Astma

Benralizumab wordt gebruikt bij eosinofiel astma. Bij deze vorm van astma is het aantal eosinofielen in het bloed te hoog. Eosinofiel zijn een soort witte bloedcellen. Samen met de andere witte bloedcellen beschermen ze ons tegen infecties.

Een te hoog aantal eosinofielen in het bloed veroorzaakt ontstekingen en zwellingen van de luchtwegen. Dit maakt het ademhalen moeilijker en het vergroot het risico op een astma-aanval. Verschijnselen bij astma zijn kortademig, hoesten en benauwdheid.

Verschijnselen
Bij astma verkrampen de spieren van de luchtwegen, waardoor u kortademig wordt, moet hoesten en het benauwd krijgt. Deze benauwdheidsaanvallen ontstaan door prikkels, zoals koude lucht, rook, inspanning, emoties en stoffen waar u allergisch voor bent. Op sommige momenten bent u gevoeliger voor deze prikkels dan op andere momenten.

Wanneer uw longen in aanraking komen met prikkels die benauwdheid veroorzaken, ontstaan er ook ontstekingen in de longen. De slijmvliezen van de longen zwellen hierbij op en maken meer slijm aan.

Oorzaak
Bij gezonde mensen veroorzaken deze prikkels geen benauwdheid, terwijl mensen met astma hier wel gevoelig voor zijn. Bij hen reageren de slijmvliezen in de luchtwegen als ze met deze prikkels in aanraking komen. Bij deze reactie trekken de luchtwegen samen, waardoor u benauwd wordt.

Behandeling
Artsen schrijven luchtwegverwijders en luchtwegbeschermers voor bij astma. Luchtwegverwijders zorgen dat u beter kunt ademen. Luchtwegbeschermers voorkomen dat er ontstekingen ontstaan.

Bij ernstig eosinofiel astma kan uw arts benralizumab voorschrijven als andere luchtwegverwijders en -beschermers onvoldoende helpen.

Werking
Benralizumab verlaagt de hoeveelheid eosinofielen in het bloed en de longen. Hierdoor worden de ontstekingen minder en heeft u minder kans op een astma-aanval.

Lees meer over astma . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn

    U kunt paracetamol gebruiken tegen de hoofdpijn.

  • Keelpijn

  • Koorts

  • Reacties op de injectieplaats, zoals pijn, roodheid, jeuk en zwelling

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit kan binnen een paar uur tot dagen na een injectie ontstaan. U merkt een overgevoeligheid aan huiduitslag, galbulten, jeuk of blozen. Raadpleeg dan uw arts. Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan flauwvallen of een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. Waarschuw dan direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.

    Als u overgevoelig bent voor benralizumab, mag u het niet meer gebruiken. Geef dit daarom aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik benralizumab gebruiken met andere medicijnen?

Er zijn van dit middel geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?
Injectie vlak onder de huid:
in uw bovenarm, buik of bovenbeen.

In het algemeen worden de injecties in het ziekenhuis, de polikliniek of door de wijkverpleegkundige gegeven. Mogelijk heeft u geleerd uzelf te injecteren.

Zelf toedienen

  • Lees voor gebruik de gebruikershandleiding in de verpakking.
  • Ga voorzichtig met de spuit om. U mag de spuit niet schudden. Door het schudden werkt dit medicijn niet meer.
  • Bewaar de injectiespuiten in de koelkast (niet in het vriesvak). U mag de injectiespuit ook bij kamertemperatuur bewaren (onder de 30 °C), maar niet langer dan 14 dagen.
  • Haal de spuit een half uur voor de injectie uit de koelkast, zodat de vloeistof wat kan opwarmen. Dan is de injectie minder pijnlijk. U mag alleen op deze manier de injectie op kamertemperatuur brengen. Verwarm de injectie NIET in een magnetron of in heet water. Dan werkt het medicijn minder goed.
  • Gebruik de injectie alleen als de vloeistof helder is. De vloeistof mag niet troebel zijn en er mogen geen deeltjes in de vloeistof zitten.

Wanneer?
De eerste 3 injecties krijgt u elke 4 weken. Daarna krijgt u elke 8 weken 1 injectie. Dit kan op elke moment van de dag.

Hoelang?
Uw arts beoordeelt elk jaar of dit medicijn voldoende werkt om met de behandeling door te gaan.